Waarom is je vinger of een ding in een glaasje water groter om te zien?

Water en glas kunnen licht ‘breken’. Als je een potlood in water steekt lijkt het net of hij gebroken is. Bij een glasplaat gaat het licht eventjes opzij als het het glas ‘in gaat’ en dan weer terug als het de glasplaat ‘uit gaat’, denk aan een platgeslagen letter Z. Als je scheef door de ruit naar buiten kijkt is alles dus een beetje verschoven. Omdat de glasplaat dun is merk je daar niks van. Als je in een vierkant aquarium kijkt zie je het wel. Als je afwisselend door de ene en andere zijkant kijkt, of van boven en opzij. De vis lijkt steeds net ergens anders. Bij een glas water is het oppervlakte van het glas gebogen. Daardoor breekt de ene lichtstraal net iets anders dan de andere. De twee lichtstralen die eerst naast elkaar liepen gaan dan buiten het glas iets uit elkaar lopen. Als ze dan je oog raken zijn ze wat verder uit elkaar en dan lijkt het net of de vis groter is. Als het geen glas met water is maar helemaal gebogen glas dan werkt het nog beter. En dan noemen we het een vergrootglas!