Hoe worden viltstiften gemaakt?
Misschien gebruik je ze wel dagelijks, stiften. Ze zijn handig om mee te kleuren, om dingen te markeren of om dingen mee te labelen. Maar hoe worden ze eigenlijk gemaakt? Willem Wever weet het!
Vrolijke kleurtjes
Het maken van een viltstift begint met plastic bolletjes. Doorzichtige plastic bolletjes worden samengesmolten met gekleurde bolletjes en in een mal gekieperd. Deze hebben een cilindervorm. Als het plastic is afgekoeld heb je de kokertjes voor de stiften. De gekleurde bolletjes zorgt ervoor dat je al kan zien welke kleur stift er in het kokertje komt.
Polyesterstaafjes worden vaak gebruikt voor de kern van de stift. Deze worden in de kokertjes gestopt voordat het achterkantje wordt geplaatst. Met behulp van langen naalden worden de staafjes gevuld met inkt. Hierna wordt de punt van de stift geplaatst. De punt staat in direct contact met het staafje en neemt de inkt op. Daarna wordt de dop geplaatst. Voilà! Klaar om te tekenen.
Geschiedenis
Het precieze ontstaan van de viltstift is niet bekend. In 1910 werd voor het eerst patent aangevraagd op een marking pen. Dat was een buisvormig inktpotje met een vilten punt erop geschroefd. De stift was niet bedoelt om mee te kleuren, maar om goederen mee te markeren.
Iets meer dan veertig jaar later werd de Magic Marker op de markt gebracht. Deze stift had verschillende kleurtjes, maar stonk wel enorm! De inkt droogde snel watervast op, wat handig was maar de inkt drukte ook door alles heen. Vandaag de dag kennen we deze stiften nog steeds, als permanente stiften.
De viltstiften die je nu in je kleurdoos hebt zitten werden pas op de markt gebracht in 1962. Ze komen oorspronkelijk uit Japan. In plaats van een containertje waar de inkt in werd bewaard, kregen deze stiften een soort doordrenkte lont als kern. De viltstift stond direct in contact met dat lontje waardoor er constant inkt werd opgenomen, en je kon blijven teken.