Hoe wordt benzine gemaakt?
Aan de basis van producten als benzine en diesel ligt ruwe aardolie. Deze ruwe aardolie raffineren we, dat is het omzetten van ruwe aardolie in andere producten. De ruwe olie wordt verhit, hierdoor verdamt een deel van de olie. Dit noemen ze destilleren.
De damp stijgt op in de destillatietoren en daar koelt de damp af en wordt het vloeibaar, dan houd je een product over. Dat werkt net zoals regen. Water uit een meer verdampt door warmte, stijgt omhoog en als het hoog genoeg is en afkoelt wordt het weer vloeibaar en komt het als regen naar beneden. Als je ruwe olie destilleert, dan houd je een deel over dat niet verdampt. Dit noem je 'residu'.
Het residu wordt gekraakt. Grote stofjes in het residu worden dan kleiner gemaakt. Hierdoor wordt de brandstof beter. In brandstoffen als benzine en diesel mag maximaal 0,005 procent zwavel bevatten. Daarom worden aan het eind van het raffinage proces de producten ontzwaveld. Met waterstof, katalysatoren en energie halen ze dan de zwavel eruit.