Hoe zit een rits in elkaar?

Wetenschap & Techniek
rits

Honderd jaar geleden ontdekte de Amerikaanse mister Judson de rits. Hij bedacht die rits eigenlijk, omdat hoge schoenen in die tijd erg in de mode waren. Hij had geen zin om steeds zijn schoenen te moeten knopen. Het systeem wat hij bedacht was een metalen haakje, wat in een soort oogje moest haken. Maar het werkte niet zo goed. Het vloog heel snel uit elkaar. In 1913 kwam de Zweed Gideon Sundback. Hij ontwierp de rits die we nu nog hebben! In de afgelopen jaren is de rits dan ook eigenlijk niet veranderd. Een rits bestaat uit twee rijen met tandjes. Elk tandje heeft aan de ene kant een klein puntje en aan de andere kant een klein gaatje. De sluiter zorgt ervoor dat de puntjes van de tandjes aan de ene kant, precies in de gaatjes van de tandjes aan de andere kant komen te zitten. Onderaan de rits zit een stopper. Die zorgt ervoor dat de twee ritshelften aan elkaar blijven zitten. Zo kan de rits nooit vanaf de onderkant opengaan. In de sluiter zit een soort wig, waarmee je de rits open kunt maken. Hij duwt de twee ritshelften weer mooi uit elkaar.