Hoe zet je een foto van een camera op de computer?
Een foto bestaat uit allemaal pixels, hoe meer pixels hoe beter. Op het plaatje zie je drie keer dezelfde foto met op het eerste plaatje 25000 pixels (250x250) op het tweedeplaatje 4096 pixels (64x64) en op het derde plaatje 64 pixels (8 x 8). De informatie over elke pixel staat in je camera opgeslagen als een hoop enen en nullen. Net zoals alle andere digitale informatie, zoals muziek op je mp3-speler en je werkstukken op een USB-stick. Een mooie digitale foto is tegenwoordig ongeveer 3 MB groot, dat betekent dat alle informatie opgeslagen is in 3.000.000 bytes en dat betekent weer 24.000.000 enen of nullen.
Gebruik een USB kabeltje
Als je een foto van je camera naar de computer wil hebben, sluit je ze beide aan met een USB kabeltje. De computer gaat op zoek in het geheugenkaartje in de camera naar de juiste informatie. Er staat heel veel informatie op zo’n geheugenkaartje. De computer begint met te kijken wat het juiste adres is van de foto. Dat kan je vergelijken als je bij iemand op bezoek wil gaan, eerst de juiste stad, dan de juiste straat, dan de juiste flat en dan de juiste gang. In die gang zijn dan 24 deuren.
Vele cijfers
Wat de computer dan doet is kijken of in die gang de deuren open of dicht zijn. Oftewel, in het echt, zijn er 24 condensatortjes (hele kleine computeronderdelen) en die hebben een lading of geen lading en bewaren op die manier een nul of een één. En die 24 nullen en enen vertellen dan welke kleur 1 pixel heeft en hoe fel die kleur is. En in de gang er naast zijn weer 24 deuren…. Als de computer alle 24 miljoen enen en nullen opgehaald heeft kan je de foto op het computer scherm zien.