Hoe werd je vroeger een ridder?
Ridder werd je vroeger niet zomaar! Om ridder te worden moest je een man zijn en uit een adellijke familie komen. Ridder zijn was namelijk erg duur. Ook moet je heel fit zijn, vroeg beginnen en natuurlijk goed leren vechten!
Harnas en zwaard
Denk maar eens aan al de spullen die een ridder moet hebben, een harnas en een zwaard. Om ridder te worden moest je zo vroeg mogelijk met je opleiding beginnen. Vanaf een jaar of zeven werden ‘toekomstige ridders’ naar een kasteel gestuurd.
Les
Als een soort dienaar (page) traden ze in dienst van de kasteelheer. In het kasteel kregen de jongens les in bedienen en goede manieren. Op de binnenplaats van het kasteel leerde een echte ridder de jongens vechten met stukken hout of botte wapens.
Lees ook:
Schildknaap
Ook moesten ze veel sporten, zoals zwemmen en worstelen om in vorm te blijven. Paardrijden leerden de jonge ridders op een houten paard dat op wieltjes vooruit getrokken werd. Als de jongens 14 jaar oud waren werden ze schildknaap. Schildknapen moesten de ridders mee helpen met de voorbereiding op het gevecht en aan de zijde van de ridder meevechten.
Eindelijk ridder!
Na 4 jaar meehelpen waren ze eindelijk ridders! De jongens werden met een zwaard tot ridder geslagen. Als nieuwe ridder kon je een zwaard en gouden sporen dragen. Zo kon iedereen zien dat je een ridder was.
