Wat is een ridder?
Ridders waren stoere mannen op paarden met een zwaard en schild. Dat is deels waar. Nederland kent namelijk twee soorten ridders. De ridder als adellijke titel en de ridder als bewapende ruiters. Wat is het verschil?
Ter paard
Ridders ontstonden in de vroege middeleeuwen. Door de opkomst van het feodalisme (leenstelsel), was er ruimte voor een klasse (adel) die zijn kracht haalde uit militaire macht. Door de komst van de lans en speer, werd de cavalerie (leger ter paard) steeds belangrijker. Er werd een manier ontwikkelt waarmee een ruiter een speer kon gebruiken tijdens het paardrijden. Door de grootte van het wapen en de snelheid van het paard, waren ridders lastige tegenstanders om te verslaan.
Adellijke titel
De titel van ridder werd toegekend aan mensen van adel die voor de militaire dienst waren opgeleid. Het verschilde per persoon bij wie ze in dienst waren. Dat kon bij een baron of graaf maar ook bij een hertog of zelfs bisschop. In 1806 werden in Duitsland Rijksridders ingevoerd. Deze ridders stonden ontvingen hun geld direct van de Keizer. Ze waren dus niet in dienst bij een andere edele.
Eind riddertijd
De riddertijd stopte in de late middeleeuwen. Dit kwam doordat er op militair gebied een hoop veranderde. De kruisboog werd uitgevonden net als de long bow. Hierdoor kon er op afstand gevochten worden. De puilen werden door de harnassen van de ridders heen geschoten. Door de latere uitvinding van handwapens (pistolen/revolvers) werd de calvarie overbodig.