Hoe weet een dolfijn de weg in de zee?
De oceaan is super groot! Genoeg ruimte dus voor dolfijnen om op zoek te gaan naar lekkere visjes. Maar hoe vinden ze de weg in de grote blauwe zee?
Sonar
Onder water is het zicht minder goed en ’s nachts zwemmen dolfijnen ook gewoon door. Toch vinden zij goed hun weg en botsen nergens tegenaan. Dit komt doordat dolfijnen gebruik maken van hun sonarsysteem.
Met je zintuigen kun je merken wat er binnen en buiten je lichaam gebeurt. Onze vijf zintuigen zijn: gevoel, smaak, reuk, gehoor en zien. Maar walvissen (zoals tuimelaardolfijnen en bruinvissen) hebben nog een extra zintuig, hun sonar. Sonar is een afkorting van: SOund= geluid, NAvigation = navigatie, Ranging = plaats.
Hoe werkt Sonar?
Geluiden worden weerkaatst als ze tegen iets opbotsen. Een walvis maakt daar gebruik van. Hij zendt hoge pieptonen uit om te weten waar obstakels zijn. De walvis maakt deze geluiden in zijn voorhoofd (de meloen). Die geluiden ontstaan door lucht heen en weer te drukken in heel kleine ‘blaasjes’.
Het geluid botst tegen een voorwerp. De echo (weerkaatsing van het geluid) die ontstaat, vangt de walvis weer op in de onderkaak. Vanuit de onderkaak wordt de echo in de hersenen vertaald tot een driedimensionaal plaatje. Zo 'ziet' hij waar het geluid vandaan komt. Daardoor weet de walvis precies waar hij is.
Werkt dat echt?
In het Dolfinarium is onderzoek gedaan naar sonar. Dolfijnen werden geblindeerd zodat ze helemaal niets konden zien. Vervolgens gingen de dieren op zoek naar ringen die in het water werden gegooid. Met behulp van sonar vonden zij hun speeltjes.
Hoewel er al heel veel onderzocht en ontdekt is, zijn er toch nog heel veel dingen niet bekend over dolfijnen en andere walvissen.
Deze vraag is beantwoord met hulp van het Dolfinarium.