Waarom hebben net geboren dieren hun ogen dicht?
Niet alle pasgeboren dieren hebben gesloten ogen! Zoogdieren en vogels worden over het algemeen in twee groepen onderverdeeld; de nestblijvers en de nestvlieders. De laatste groep, de nestvlieders zijn dieren die jongen krijgen, die gelijk met hun moeder mee op stap moeten. Dat zijn dus bijvoorbeeld (eenden)kuikens, veulens en kalveren. Het moederdier zorgt wel voor ze, maar ze moeten vrij snel zelfstandig kunnen zwemmen of lopen. Het zou dus niet handig zijn als bij deze groep dieren de ogen na de geboorte gesloten waren.
De andere groep, de nestblijvers, blijven zoals het woord al zegt, veel langer in het nest, hok, hol en dergelijke. De nesten van deze dieren liggen goed beschermd (denk aan een konijnenhol onder de grond) en het moederdier kan de jongen zonodig alleen laten om voedsel te verzamelen. Deze dieren hoeven zelf niet mee om eten te verzamelen en zijn bij geboorte veel minder ver ontwikkeld (de draagtijd is over het algemeen ook korter). De verdere ontwikkeling van het pasgeboren dier vindt dus buiten het lichaam van het moederdier plaats. Bij deze dieren kunnen na de geboorte de ogen gesloten zijn, ter bescherming van de oogbol.
De oogleden worden tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder gevormd doordat twee voorlopige oogleden naar elkaar toegroeien en uiteindelijk in het midden van het oog met elkaar vergroeien. Zo is de buitenkant van het oog maximaal beschermd tegen invloeden van buitenaf. Bij mensen, paarden, herkauwers en hazen openen de ogen weer voor de geboorte, bij muizen, honden en katten erna. Op de plek waar de twee voorlopige oogleden vergroeid zijn, ontstaan eerst wimpers, waarna de oogleden weer van elkaar losraken.
Bron: Claudia Wolschrijn
Universiteit Utrecht, faculteit Diergeneeskunde