Kunnen alle dieren elkaar verstaan?
In teken- en animatiefilms spreken dieren vaak zonder moeite Nederlands of Engels met elkaar. In het echt kennen dieren geen gesproken taal. Ze praten op een andere manier. Dit doen ze via allerlei manieren.
Boodschap
Dieren gebruiken van alles om een boodschap over te brengen: geuren, geluiden, lichaamshouding, gebaren, gelaatsuitdrukking, aanraking en smaakzin. Partners, soortgenoten, en roof- en prooidieren kunnen elkaar op die manier wel vaak verstaan. Maar diersoorten die in het dagelijks leven niets met elkaar te maken hebben, zullen elkaars signalen niet goed begrijpen.
Lokken
Om een partner te lokken zendt de zijdevlinder een geursignaal af dat het mannetje tot op kilometers afstand kan waarnemen. Het achterwerk van een vrouwtjesbaviaan is in haar vruchtbare periode sterk opgezwollen en knalrood. Sprinkhanen en krekels gebruiken geluid als communicatiemiddel. Ook de balts, waarbij dieren zoals futen en zwanen een aantal vaste handelingen rond de paring uitvoeren, is een vorm van communicatie.
Waarschuwen
Niet alleen partners, maar ook soortgenoten wisselen berichten uit. Dat is vooral te zien bij sociaal levende dieren, zoals papegaaien, apen, dolfijnen, mieren en bijen. Hoewel apen niet praten, gebruiken ze wel klanken die staan voor een bepaald begrip. Zo waarschuwt de groene meerkat groepsgenoten voor gevaar en heeft aparte klanken voor luipaard, slang en arend. Mieren gebruiken chemische signaalstoffen om informatie uit te wisselen, bijvoorbeeld over de toestand van het nest, of er een koningin aanwezig is.
Stinken!
Ook niet-sociale dieren praten met elkaar. Om aan soortgenoten duidelijk te maken wat de grenzen van zijn territorium zijn, sproeit een tijger urine gemengd met kliersappen tegen boomstammen en keien. Zo'n plek wordt ook wel 'geurvlag' genoemd. Het territorium wordt nog eens extra gemarkeerd door bomen te krabben en uitwerpselen op grenspunten te begraven. Tijgers maken ook gebruik van geluiden en lichaamstaal. Zo kunnen tijgers met een luide brul aangeven: 'Hier ben ik!' En als ze dreigen laten ze hun tanden zien.
Kleuren
Communicatie speelt niet alleen tussen soortgenoten. Ook roofdieren en prooidieren wisselen onderling signalen uit. Een mogelijke prooi kan bijvoorbeeld het signaal afgeven dat hij gevaarlijk of giftig is, of vies smaakt. Denk maar aan felgekleurde rupsen. Dat signaal kan ook vals zijn. Met de grote, fel gekleurde oogvlekken op zijn vleugels lukt het de dagpauwoogvlinder aardig om rovers af te schrikken. We spreken dan van mimicry. Een ander vals signaal is camouflage. De prooi zegt dan eigenlijk: ik ben slechts een stukje van de omgeving.
Roofdier
Ook een roofdier zendt signalen uit. Aan zijn manier van lopen kan een prooidier zien wat de rover van plan is.