Hoe kan het dat een hele mierenkolonie dood gaat als de koningin dood gaat?
Binnen een mierenkolonie zorgt de koningin voor de productie van de eieren. Als de koningin doodgaat, komen er geen nieuwe mieren meer bij. Het mierenvolk sterft dan langzaam uit.
Een mierenkolonie wordt gesticht door een bevruchte koningin. Ze is bevrucht tijdens de bruidsvlucht: gevleugelde mannetjes en koninginnen vliegen dan massaal uit om te paren.
Na de bruidsvlucht zoekt de koningin een geschikt plekje voor een nest. Haar vleugels werpt ze af: die heeft ze niet meer nodig. Daarna begint ze met het leggen van de eerste eitjes. Uit de eitjes ontwikkelen zich werksters die helpen bij de verzorging van de nieuwe eieren. Zo kan een nest groeien: de koningin blijft haar hele leven eitjes leggen, en er komen steeds meer werksters bij voor het verzorgen van nieuwe eieren en het verzamelen van voedsel. Als de mierenkolonie groot genoeg is, ontstaan er ieder jaar ook weer nieuwe gevleugelde mannetjes en koninginnen, die uitzwermen.
De eileggende koningin (ook wel moederkoningin genoemd) kan tien tot twintig jaar oud worden! Als ze doodgaat, gaat ook de mierenkolonie dood: de werksters sterven langzaam uit zonder dat er nieuwe generaties bijkomen.
Toch gebeurt het niet altijd dat een hele mierenkolonie doodgaat als de koningin sterft. Sommige soorten hebben meerdere moederkoninginnen in het nest. Als er dan eentje doodgaat, blijft het volk in stand.