Wat zitten er in geur- en smaakstoffen?
Geur - en smaakstoffen zien we vaak op de achterkant van verpakkingen terug als E-nummers. Het zijn stoffen die aan eten en drinken worden toegevoegd om ze te verbeteren. Maar hoe werkt dat nou?
Een voorbeeldje
Wist je dat je voor een lekker zoet aardbeiendrankje helemaal geen aardbeien nodig hebt? Je kunt de aardbeien ook vervangen door zoetstoffen, geurstoffen en kleurstoffen. De zoetstof zorgt dat je drankje lekker zoet smaakt. Geurstoffen (met de geur van aardbeien) zorgen ervoor dat het drankje naar aardbeien ruikt, en daardoor denk je ook dat je aardbeien proeft. Je smaak wordt namelijk voor een belangrijk deel door je geur bepaald. Een rode kleurstof geeft je drankje een echte aardbeienkleur. Kleurstoffen hebben geen smaak.
Laboratorium
Geur- en smaakstoffen kunnen van natuurlijke stoffen zijn gemaakt, zoals van planten en bessen. Maar ze kunnen ook van synthetische stoffen gemaakt worden, deze komen niet voor in de natuur, maar zijn in een laboratorium bedacht.
Geen onderscheid
Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen natuurlijke of nagemaakte stoffen. Geur- en smaakstoffen zijn dan ook niet slecht voor je. Sommige mensen zijn wel allergisch voor bepaalde stoffen. Voor deze mensen is het daarom niet slim om ze te gebruiken.
Goedkeuring
Alle geur- en smaakstoffen moeten eerst goedgekeurd worden door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA), voordat ze in eten of drinken mogen worden gestopt. Daarna krijgen deze stoffen een E-nummer. Het nummer geeft aan dat de stoffen gecontroleerd en veilig zijn.
E-nummer
Naast een E-nummer hebben de stoffen vaak ook nog een ingewikkelde naam. Omdat deze naam zo lang is zetten fabrikanten liever het e-nummer op het etiket. E162 is bijvoorbeeld een paarse kleurstof die gemaakt wordt door bietjes te malen. De stof wordt gebruikt om ijs en kauwgom een paarse kleur te geven.
Bron: Voedingscentrum