Wat is er waar van 'het Vrouwtje van Stavoren'?
Sagenexpert Theo Meder van het Meertens Instituut zegt over ‘Het vrouwtje van Stavoren’ - een sage uit de provincie Friesland - het volgende:
WAAR IS DAT: • Stavoren vroeger een belangrijke zeehaven had. Inmiddels is deze verzand. • Deze zandplaat voor de haven van Stavoren het ‘Vrouwezand’ heet.
MEER UITLEG: “De zandplaat is genoemd naar Maria, de patrones van het Stavorense klooster Sint Odulfus dat daar in de buurt gestaan heeft. Men maakte er ‘Het Zand van de Vrouwe van Stavoren’ van. En de ‘Vrouwe van het zand’ was in het Fries 'Us Leaffrouwe' en dat stond voor Onze Lieve Vrouwe, oftewel Maria. Daarna werd het kortweg: ‘Vrouwezand’.”
“Het verzanden van de haven van Stavoren had zo rond het jaar 1200 een natuurlijke oorzaak en is geenszins de schuld geweest van enig Vrouwtje van Stavoren. Bovendien liep de handel in Stavoren ook terug omdat Amsterdam de handelsfunctie overnam.” “De eerste keer dat het Vrouwtje van Stavoren de schuld van het verzanden van de haven krijgt, is bijna 400 jaar nadat de zandplaat ontstond in 1200. Het verhaal is achteraf verzonnen als een verklaring waarom het steeds slechter is gegaan met Stavoren en omdat men de naam Vrouwezand niet goed meer begreep. Aanvankelijk vertelde men alleen over het graan dat overboord werd gegooid waardoor de zandplaat zou zijn ontstaan.
Pas later werd het verhaal van de ring in de vis eraan toegevoegd.” “De moraal van het verhaal, zoals we dat nu kennen, is duidelijk: 'hoogmoed komt voor de val'. Het rijke Vrouwtje van Stavoren begint steeds meer te denken dat ze onaantastbaar is. Ze wordt ook nog eens steeds ontevredener met al haar bezittingen. Bovendien begint ze het contact met de werkelijkheid te verliezen. Als ze teleurgesteld is door een lading tarwe, wil ze dat gewoon verspillen door het overboord te gooien.
Ze snapt niet eens meer dat tarwe voor arme mensen, die van een beetje brood moesten rondkomen, van levensbelang kan zijn. Na hoogmoedig de ring in het water te hebben geworpen, is de terugkeer van de ring in een vis het eerste teken dat het noodlot - of God - haar zal treffen. Ze wordt gestraft met armoede, zodat ze weer leert hoe het is, om niets te hebben.”