Hoe kan het dat mensen en dieren niet even lang leven?
Het antwoord op de vraag waarom wij mensen ouder worden dan de meeste dieren is er niet. Er is wel een aantal oorzaken te bedenken:
1. De levensduur is afhankelijk van de snelheid van de stofwisseling. Als je veel energie nodig hebt om warm te blijven, te bewegen en te eten, is je stofwisseling hoger en zou je korter leven. Het hart klopt dan bijvoorbeeld veel sneller en is dan eerder “op”.
2. Verder is er een verband tussen lichaamsgrootte en leeftijdsduur: een muis leeft korter dan een olifant. Dit klopt niet altijd want een hondje van een klein ras leeft langer dan een grote hond; een pony leeft langer dan een groot paard. Een vleermuis leeft veel langer dan een muis, hoewel ze even groot zijn (vleugels niet meegerekend).
3. Grote dieren zijn meestal lang drachtig en zijn op latere leeftijd geslachtsrijp dan kleinere dieren. Het duurt voor grote dieren dus veel langer dat er voldoende nakomelingen zijn, om de soort in stand te houden. Dan moet je dus als ouder ook langer leven.
4. De laatste eeuw zijn wij mensen veel ouder geworden; het aantal mensen dat honderd jaar wordt, is nog nooit zo hoog geweest. Dit heeft te maken met de veel betere voeding en gezondheidszorg.
5. Het totale gewicht van de hersenen hangt ook samen met de maximale levensduur. Mensen hebben veel grotere/zwaardere hersenen dan paarden of honden.
6. Verder is er ook een verschil aan de chromosomen te ontdekken. Chromosomen zitten in de kern van iedere cel in je lichaam en bevatten alle genen (die bepalen hoe je eruit ziet, hoe groot je wordt, of je jongen of meisje bent, etc.). aan het einde van de chromosomen hangt een soort staartje (telomeer), en hoe ouder je wordt hoe korter dat staartje. Intussen is wel bekend dat als dat staartje korter wordt een cel niet meer kan delen en dood gaat. Bij onderzoek is wel gevonden dat in dieren die langer leven dat staartje minder snel korter wordt.
Helaas is er dus geen goed antwoord op de vraag te geven. Voor een aantal hierboven genoemde punten zijn ook weer uitzonderingen te vinden. Wel leven dieren in gevangenschap gemiddeld langer dan hun soortgenoten in het wild. Dat komt doordat ze in gevangenschap beschermd zijn tegen vijanden en er altijd voldoende voedsel ter beschikking is.
Vaak wordt bij honden en katten gerekend dat 1 jaar van hun leven gelijk staat aan 7 mensenjaren. Dat klopt niet helemaal, want honden en katten kunnen op 1 jaar leeftijd al puppies of kitten krijgen en meisjes van 7 jaar meestal niet. Daarom wordt nu meestal uitgegaan dat de eerste 2 jaren van een hond gelijk staan aan 22 mensenjaren (bij de kat aan 24 mensenjaren). Als een hond of kat ouder wordt dan mag je voor 1 jaar 4 of 5 mensenjaren tellen.
Katten bereiken gemiddeld een hogere leeftijd dan honden. Gemiddeld leeft een kat 15 jaar, maar ze kunnen veel ouder worden. Het record voor katten is 36 jaar. Kleinere hondjes zijn eerder volwassen en worden gemiddeld ouder dan grotere hondenrassen.