Hoe ontstaat een schimmel?
Schimmel kan bijna overal op zitten: eten, hout, bladeren... Maar hoe onstaan schimmels? Willem Wever zoekt het uit!
Opruimers
Schimmels zijn belangrijke opruimers van afval. Ze leven van dode blaadjes, dood hout en etensresten. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de broodschimmel. Als je een boterham op een vochtige aanrecht laat liggen, is hij na een paar dagen helemaal beschimmeld.
Eigen rijk
Schimmels werden vroeger tot het plantenrijk gerekend, maar er zijn zoveel verschillen met groene planten, dat men ze tegenwoordig als een eigen rijk opvat. Schimmels ontstaan uit sporen. Dit zijn heel kleine korreltjes, die je het beste kunt vergelijken met de zaden van planten.
Netwerk van schimmels
Als een spore op een geschikte plaats belandt, bijvoorbeeld op je boterham, dan groeit er een voor het oog onzichtbaar draadje uit. Dat draadje groeit snel uit tot een heel netwerk van schimmeldraden, de zwamvlok, die je wel kan zien. Aan het eind van de draden ontstaan een soort sporendoosjes (vruchtlichaampjes), waarin de nieuwe sporen worden gevormd. Zo begint de cyclus opnieuw.
Overal schimmelsporen
Sporen worden in enorme hoeveelheden gevormd. Overal in de lucht zijn er wel schimmelsporen, dus de kans dat je boterham inderdaad beschimmeld raakt is heel groot. Als je in een herfstbos loopt, adem je er bij iedere ademteug wel honderd in! Gelukkig veroorzaken schimmelsporen geen hooikoorts. Paddenstoelen behoren ook tot de schimmels. Het zijn de vruchtlichamen van schimmels die onder de grond leven. Ze kunnen hele fraaie vormen hebben.