Wat is een gletsjer?
We hebben ze niet in Nederland, maar gebieden waar het kouder is komen ze wel voor: gletsjers. Wat zijn deze natuurverschijnselen? Willem Wever zocht het uit!
Ophoping
Hoe hoger je de bergen in gaat, hoe kouder het wordt. Daarom smelt de sneeuw niet die in de bergen valt. De sneeuw hoopt zich op. Duizenden jaren lang valt de ene laag sneeuw op de ander.
Samendrukken
De nieuwe lagen worden zo zwaar dat ze de oude sneeuw samendrukken. Wanneer de sneeuw samengedrukt wordt, ontstaat er ijs. Dat merk je wel wanneer je bij een sneeuwballengevecht een sneeuwbal heel hard samendrukt.
Rivier
Wanneer het ijs gaat glijden ontstaat er een brede langzame rivier van ijs. Een gletsjer ‘stroomt’ hooguit een paar centimeter per dag. Doordat de massa over het land schuurt, neemt de gletsjer aarde en stenen mee.
Smelten
Hoe verder de gletsjer in het dal komt, des te warmer het wordt en des te meer er dus wegsmelt. De gletsjer gaat uiteindelijk in water op. Wat overblijft zijn de stenen en rotsblokken die de gletsjer onderweg heeft verzameld.
IJstijd
Ook in Nederland zijn veel gletsjerresten te vinden, bijvoorbeeld de stuwwallen van de Veluwe en de Drentse zwerfkeien. In de ijstijd waren er namelijk ook gletsjers in Nederland. De langste gletsjer is de Lambertsgletsjer op Antarctica. Hij is maar liefst 64 km breed en 402 km lang!