Komt bliksem uit de lucht of uit de grond?
Heb je wel eens een onweersbui gezien? Naast het harde gedonder zijn er ook felle flitsen te zien, maar waar komen deze vandaan? En waar gaan ze naartoe? Willem Wever weet het.
Positief vs. Negatief
Bliksem ontstaat tussen een positief en negatief gebied. Deze twee trekken elkaar aan. Als het buiten warm en vochtig is stijgt de lucht vanaf de aarde snel op. De opstijgende lucht koelt hierbij sterk af en vormt een wolk. In de wolk bevriezen de waterdruppeltjes, en die zakken samen met de koude lucht weer naar beneden. Ondertussen stijgt er vanaf de grond weer nieuwe warm lucht op. Dat zorgt voor een botsing.
Elektrische lading
Door het constante botsen worden de onweerswolken langzaam elektrisch geladen. Tussen de aarde en de wolk ontstaat dan de bliksem. Onderin de onweerswolk zit het negatieve gebied, de aarde is een positief gebied. Als de spanning echt hoog is, schiet er een flits uit de wolk. Een ontlading.
Hete bliksem
Deze flits is gloeiend heet (30.000 graden Celcius!). Eenmaal bij de aarde stroomt de elektriciteit via deze flits vanaf de grond weer naar boven. Dat heet terugslag. De eerste flits en de terugslag gaan zo snel dat je hersenen dat niet opmerken. Jij ziet gewoon één flits!
Weerlicht
Binnen een onweerswolk heb je ook een positief gebied (boven in de wolk) en een negatief gebied (onder in de wolk). Ook hier onstaan diverse ontladingen. De flitsen schieten dan langs de hemel in plaats van naar de grond. Dit het weerlicht.
Hoogte
Meestal slaat bliksem in op een hoog punt. Bijvoorbeeld een kerktoren of een elektriciteitsmast. Hoge punten zitten immers het dichtste bij de negatieve lading. Woon je nu in een hoog gebouw dan hoef je je geen zorgen te maken. Veel gebouwen hebben tegenwoordig bliksemafleiders. Als de bliksem hier inslaat, voert de afleider deze veilig naar de grond! Zo blijft het gebouw veilig.