Hoe moet je parachutespringen?
Parachutespringen of skydiven houdt in: je sprint vanuit een vliegtuig of ballon (of andere hoogte) met een parachute naar beneden. De parachute moet op een bepaalde hoogte uit en deze zorgt ervoor dat je door de grote oppervlakte van de parachute, langzamer valt en veilig op de grond komt.
Het begon allemaal bij Leonardo da Vinci in 1485. Hij tekende een parachute en beweerde dat elke persoon van elke gewenste hoogte, veilig zou kunnen landen. Ondanks dit werd hij nooit echt geloofd en is de parachute pas jaren later echt ontwikkeld.
Sinds de jaren 60 in de vorige eeuw is parachutespringen een sport geworden. Maar hoe moet dit nou eigenlijk?
Als je nog geen ervaring hebt met parachutespringen is dit geen probleem en kun je dit op verschillende plekken in Nederland samen met een instructeur doen.
Dit mag natuurlijk niet zomaar.
Theorie
Allereerst krijg je voor je sprong een theorieles van de instructeur. Hij of zij legt je alles uit over de parachute en hoe het in zijn werking gaat. Het gaat hier natuurlijk allemaal om de veiligheid.
De sprong
Als de instructeur denkt dat je genoeg weet, ga je naar het vliegtuig. Voor je het vliegtuig ingaat wordt gecheckt of alles goed zit, als dit zo is ga je vliegen naar minimaal 3 kilometer (!!) hoogte, brrrr. Tot slot word je vastgekoppeld aan je instructeur en ben je klaar om te gaan springen! In het begin is je parachute nog niet uit en kun je een snelheid van wel 200 kilometer per uur bereiken. Na ongeveer 30 seconde gaat de parachute uit en ‘’zweef’’ je langzaam naar beneden tot je geland bent.
Durf jij het aan?