Hoe gaat bij turnen de puntentelling?

Elke oefening bij turnen heeft een startwaarde, afhankelijk van de moeilijkheden die erin zitten. Hoe moeilijker de oefening, hoe meer punten je er voor kunt krijgen. Een turnster moet dus afwegen of ze een makkelijkere oefening wil doen waar minder fout bij kan gaan, maar waar ze ook minder punten voor kan krijgen. Of een moeilijkere oefening voor meer punten maar vaak met meer risico om foutjes te maken. Tijdens de oefening let de jury goed op. Ze letten niet alleen op hoe de turnster de oefening doet, ze letten ook op houding en uitstraling. Een teen iets minder gestrekt, een wiebeltje op de balk en er gaan enkele tienden van het totaal aantal punten af. Bij een toernooi waar meerdere oefening gedaan worden geldt vaak de regel dat de slechtste oefening niet mee telt. Bij kleinere toernooien krijgen turnsters vaak allemaal dezelfde opdracht en beginnen ze dus ook allemaal met hetzelfde aantal punten.