Waarom eet een gorilla zijn poep op?

Dieren en planten
een gorilla van dichtbij gefotografeerd

Wij zouden er niet aan moeten denken om onze eigen poep te eten! Maar gorilla's doen het wel eens.. Waarom?

Met een moeilijk woord..

Het eten van ontlasting bij mensapen wordt met een wetenschappelijk woord coprofagie genoemd. Uit observaties blijkt dat dit niet alleen voorkomt bij gorilla’s in gevangenschap (zoals in de dierentuin). In het wild komt het vooral voor als de dieren niet in staat zijn om eten te zoeken, bijvoorbeeld omdat het slecht weer is of omdat ze ziek zijn. Ze blijven dan de hele dag op het nest en stillen hun honger met hun eigen ontlasting.

Hergebruik

In gevangenschap (de dierentuin) komt coprofagie veel vaker voor. Soms eten gorilla’s hun ontlasting, omdat het nog ruikt naar voedsel dat ze de dag ervoor hebben gegeten. Als ze dat erg lekker vinden (bijvoorbeeld sinaasappels), dan eten ze het gewoon nog een keer op! Het kan ook veroorzaakt worden door te weinig vezels in het voedsel. De dieren eten dan hun ontlasting, om er voor te zorgen dat ze toch genoeg binnen krijgen.

Lekkere trek

Een andere oorzaak is dat gorilla’s in het wild een groot deel van hun dag besteden aan het foerageren (voedsel zoeken en eten). In de dierentuin krijgen de gorilla’s uiteraard genoeg voedsel, alleen krijgen ze dit verdeeld in twee porties over de gehele dag. Het zou dus kunnen dat ze een beetje ‘lekkere’ trek hebben, omdat er een periode is tussen de voedselbeurten waarin hun maag niet meer helemaal gevuld is. Ook verveling of stress kan een oorzaak zijn.

Verstoppen

In dierentuin Artis proberen ze de gorilla's langer bezig te houden met het zoeken naar eten door het voedsel te verspreiden, het eten in een doos of jutezak te verstoppen of in een dikke ronde plak hout te stoppen waarin gaten zijn geboord. De gorilla’s moeten dan met stokjes, tong en/of vingers proberen het voedsel eruit te krijgen. Wanneer de apen meer moeite moeten doen om aan hun voedsel te komen, zullen ze minder snel hun eigen poep opeten.

Dit antwoord komt van Madelon Willemsen, Gedragsverrijkingsbiologe bij Artis