Hoe weten ze hoe hoog de dijken moeten zijn?

De aarde
Dijken in Nederland

Nederland ligt voor meer dan 50% onder zeespiegelniveau. Als we geen dijken hadden, was een groot deel van Nederland niet bewoonbaar. Het waterschap zorgt ervoor dat de dijken hoog en stevig genoeg zijn, om Nederland goed te kunnen beschermen bij een storm. In de wet staat dat een dijk maar een keer in de tienduizend jaar mag overstromen.

Watersnoodramp

In 1953 was er in Nederland een watersnoodramp. Het zeewater stond extra hoog en er woedde een noordwesterstorm. ’s Nachts kreeg deze storm de kracht van een orkaan. Door de hoge waterstand en de orkaan kwam het water van de Noordzee zo hoog, dat veel dijken het begaven.

Deltawerken

Sinds de watersnoodramp zijn de waterschappen druk bezig geweest om de dijken op Deltahoogte te krijgen, dat is een bepaalde hoogte boven het zeeniveau. Dat is best een klus als je na gaat hoeveel kilometers dijk Nederland heeft. Ongeveer vijftig jaar na de ramp waren alle dijken op deltahoogte, maar door klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Daarom moet de hoogte van de dijken ook weer nagekeken worden. Het waterschap bepaalt de hoogte van de dijken met een ingewikkeld waterbouwkundig rekenmodel. Als het stormt, komen het water en de golven ook veel hoger. In het model tellen ze de waterstand en de hoogte van de golven tijdens een storm bij elkaar op. Zo weten ze hoe hoog een dijk moet zijn.