Hoe werkt een mobiele telefoon?
Een gewone huistelefoon is verbonden met kabels die door de grond gaan. Bij een mobiele telefoon gaan er signalen, oftewel radiogolven, door de lucht. De radiogolven moeten kilometers afleggen om een verbinding te maken.
Radiogolven
In Europa werkt een mobiele telefoon via het GSM-netwerk. GSM staat voor “Global System for Mobile communication”. Als je belt, gaan de radiogolven razendsnel naar een zendmast. Dat wordt het basisstation genoemd. Hier wordt het radiosignaal opgevangen en doorgestuurd. Via telefoonkabels gaat het signaal de grond in naar de centrale computer.
Signaal
De centrale computer stuurt de binnenkomende lijnen door naar degene die je wilt bellen. Door standaard af en toe een signaal uit te sturen, weet de computer waar die mobiele telefoon is. Het dichtstbijzijnde basisstation vangt dat signaal op en geeft dat door aan de computer. Dit wordt HLR (Home Location Register) genoemd. Hierin worden alle gegevens opgeslagen: je positie, je abonnement, etc.
Lang traject
Als je iemand belt, moet het signaal dus eerst naar het dichtstbijzijnde basisstation; dan naar de centrale computer en HLR; vervolgens weer terug naar het basisstation en dan pas naar de ontvanger. Een lang traject, maar razendsnel!
Bekijk ook het filmpje waarin alles wordt uitgelegd!